Algemene genealogische termen uitgelegd

Wanneer je gaat beginnen met genealogisch onderzoek, komen er vele genealogische termen die hiermee te maken hebben op je af. Een paar van de meest voorkomen zaken leggen we hier voor je uit.

Stamboom

De term ‘stamboomonderzoek’ is eigenlijk misleidend, omdat een stamboom slechts één bepaalde vorm is. Een stamboom wordt gevormd door alle afstammelingen in mannelijke lijn van één bepaald echtpaar. Vanuit dat stamoudergezin wordt alleen van elke zoon het gezin samengesteld. Dochters worden genoemd en ook de gegevens omtrent hun huwelijk worden vermeld, maar hun kinderen worden niet in de stamboom opgenomen. Stamboomonderzoek wordt ook wel ‘genealogie’ genoemd.

genealogische termen

Stamreeks

Een stamreeks geeft de rechtstreekse afstammeling weer tussen twee personen zonder uitwerking van alle gezinnen daartussen in. Het is een snelle manier om te achterhalen waar een familienaam vandaan komt. Om met een stamboom te kunnen beginnen moet eerst de stamreeks gemaakt worden, zodat de onderzoeker weet van welk stamgezin hij moet uitgaan.

Kwartierstaat

In een kwartierstaat worden vanuit één persoon, de probant, alle ouders opgesomd, zowel in mannelijke als in vrouwelijke lijn. Als probant neemt de onderzoeker vaak zichzelf of zijn kinderen. Alle personen in een kwartierstaat dragen een vast nummer. De probant is altijd nummer één, zijn vader is nummer twee en zijn moeder is nummer drie. De vader van de vader (opa aan vaderskant) is nummer vier en diens vrouw (oma aan vaderskant) draagt nummer vijf. Enzovoort. Door het gebruik van deze nummering zit er een vaste structuur in de kwartierstaat. Zo krijgt de vader van iedere persoon een nummer dat twee keer het nummer van de persoon zelf is. Vrouwen dragen altijd een oneven nummer. De echtgenote is altijd het nummer van de echtgenoot plus één. Zo is nummer 117 een vrouw, haar vader is nummer 234. Haar kind is in de kwartierstaat nummer 58, (117 min 1 gedeeld door 2). Gezien het nummer 58 is dat kind een zoon. Deze nummering is standaard en wordt wereldwijd gebruikt.

Verschillende officiële stukken

Akten van de Burgerlijke Stand

Verschillende gebeurtenissen van ons leven worden door onze gemeentelijke standen officieel vastgelegd. Hiervan worden documenten gemaakt die we ‘akten’ noemen. Zo heb je een geboorteakte, huwelijksakten en overlijdensakten. Al deze akten worden na enige tijd overgedragen aan een archiefdienst en openbaar. Daar gaat wel een hele tijd overeen.

Geboorteakten worden ná 100 jaar openbaar, huwelijksakten ná 75 jaar en overlijdensakten ná 50 jaar. Dus 100 nadat jij bent geboren kan iedereen jouw geboorteakte inzien bij de archiefdienst in de gemeente waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden.

Volkstellingen, bevolkingsregisters en persoonskaart en bevolkingsregisters

In de periode voor 1796 zijn er incidenteel lijsten van gezinshoofden, samengesteld door de overheid (bv. huldigingslijsten), of lijsten van parochianen of lidmaten, samengesteld door pastoors of dominees.

In 1795 werd de eerste volkstelling gehouden in Nederland (dwz. de Bataafse Republiek) en in 1971 de laatste. In de meeste Limburgse plaatsen werd in 1796 of 1799 na de annexatie door Frankrijk de eerste volkstelling gehouden (de Registres Civiques). De persoonsgegevens hiervan zijn bewaard gebleven en vormen een waardevolle genealogische bron. Van de meeste latere volkstellingen zijn alleen statische gegevens bewaard. Van 1830 t/m 1971 werden er 16 landelijke volkstellingen gehouden.

De bevolkingsregisters werden landelijk verplicht gesteld met ingang van 1850, maar sommige gemeenten hadden ze al eerder ingevoerd. Ze lopen meestal tot 1938. De volkstellingen waren momentopnames, maar het bevolkingsregister was bedoeld om alle wijzigingen in de bevolking (geboorte, huwelijk, overlijden en verhuizingen) bij te houden per woning of per gezin. Men kan hierin dus in één keer een heel gezin terugvinden, met eventueel andere inwonende personen, en tevens wanneer ze zich in de gemeente gevestigd hebben en waarheen ze eventueel verhuisd zijn. De registers beslaan meestal een periode van 10 of 20 jaar. Helaas is de registratie niet altijd even nauwkeurig gebeurd: namen en geboortedata zijn soms onvolledig of foutief, en niet van elke verhuizing werd melding gemaakt. De woningen zijn meestal niet of zeer moeilijk te herleiden tot de huidige locaties, wegens het vaak ontbreken van straatnamen en vaste huisnummers. Veel oudere registers zijn ingedeeld op adres (wijkletter en volgnummer), waarbij soms wel en soms niet een naamindex voorhanden is (vaak alleen op gezinshoofd); de laatste registers zijn ingedeeld op de familienaam van het gezinshoofd. Er zijn soms aparte registers van dienstboden en instellingen.

Rond 1938 werden de bevolkingsregisters vervangen door woningkaarten enerzijds en persoonskaarten anderzijds. Deze zijn nog niet openbaar ter inzage. Van overleden personen kan wel bij het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG) in Den Haag een fotokopie of scan worden besteld van de persoonskaart.

Vindplaatsen: de volkstelling van 1796 in het Departement van de Nedermaas vindt men bij het RHCL; de volkstelling van 1799 in het kanton Sittard (destijds Departement van de Roer), waarin ook enkele plaatsen over de Duitse grens, vindt men in het archief te Sittard-Geleen. De bevolkingsregisters bevinden zich in het betreffende gemeentearchief en staan deels ook online (tot 1900 of 1920).

Zoeken

Veel bezoekers zochten al op onderstaande zoekopdrachten.

Wij zijn onderdeel van: